voor zussie wus
ik was tien jaar, jij net รฉรฉn uur
een bundeltje baby
die ik voor het eerst ontmoette
โt was liefde op het eerste zicht
voor altijd bij me, hartsvriendin, dicht bij me
gezworen zusters, je weet wel waarom
en zo gingen we als tandem
door jouw vijftig jaar over prachtige bergen,
maar even goed uit een donker dal
twee moeders met drie kinderen
vooruit in het leven
samen zorgen voor werk
en werken kon je, dat deed je voor twee
leven voor drie
zoveel liefde gegeven en gekregen
voor mijn kleinkind was je meter
mijn dochter had met jou twee moeders
hey, Van Bogaertje, zussie wus,
mijn zussie, tanteke
elke dag en elke avond
even bellen met elkaar
onze stemmen klinken als twee druppels door de hoorn,
behalve dan de s en r, die doe ik je niet na
maar hoe moet dat nu?
moet ik nu mezelf opbellen
als ik jou nog eens wil horen?
hoe moet dat nu, mijn zussie?
de cirkel is gebroken, een nest van negen
rijmt nooit meer op tien
jij rebel, jij zotte doos
genieter, vechter, krijger
jouw tanden in het bier van mijn man
naar de kroeg met biefstuk in een pan
kauwgombollen in je blouse
gekke bekken, schuine moppen
dansen op โt biljart
mijn god, wat ging je hard
nu moesten we samen door dit donker dal
we kletsten over vroeger
โt was heel intens op โt eind
steeds dieper, stiller
tot bij de kern, daar waar geen woorden meer bestaan
behalve dan
ik hou van jou
mijn zussie, zussie wus
jouw naam werd geroepen
en deze vlucht wacht alleen op jou
nu reis je echt wel zonder klok
en blijf ik achter, tijd staat stil
ik beef, ik tril
rond mij in dit nest nog acht
en jij die op me wacht
en mocht je, wie weet,
nog eens tot mij komen in dit leven
voor een babbel, een knuffel of om het even
ik zweer het je, ik doe mijn best
om dan niet bang te zijn
maar jou te voelen en te weten
in liefde is geen pijn
SBD – Berchem, 13 oktober 2013
geschreven voor Annie voor haar zus Machteld zaliger