Drukdrukdruk

Drukdrukdruk. Het is druk. In mijn hoofd schreeuwt elke gedachte om aandacht. “Ik eerst!””Ik eerst! “Nee, ik.” “Ik ben belangrijker.” “Ik heb spoed.” “Ik heb haast.” “Ik moet.” Toeters van auto’s. Toeters van stress. Bellen van mobieltjes. Rinkeltoontjes. Stresshormoontjes. Drukdrukdruk.

Langzaam tikt het hart de tellen van mijn klok. Ik adem in, ik adem uit. Voel de voeten op de Aarde. Baadt het hoofd in zonneschijn. Welbevinden. Rust vloeit binnen. Als een stroom eeuwig eindeloos op weg naar oceaan.

Drukdrukdruk. Ik ben druk. Luid. Brulaap. En schreeuw stil “Stop!”. Niemand luistert. Ze zijn toeters van stress. Bellen van mobieltjes. Rinkeltoontjes. Stresshormoontjes. Drukdrukdruk. Iemand fluistert.

Ik spits de oren. Iemand fluistert. Zacht mijn naam, “Saartje”. Ik luister en lach. Rust vloeit binnen. Als een stroom eindeloos op weg naar water. Nu onmiddellijk wordt later.

Voor Thomas, broer. En voor andere Thomas, Alberico, auteur van ‘Geflipt’