de spiegel
nu je er niet meer bent, mijn vriend
kan ik het je wel even zeggen
ik gaf idioot teveel weg van mezelf
liet me platwalsen door onmacht
vangen in een gouden kooi
je liep met brute kracht de muren op
je lachtte rotte tanden bloot
terwijl je kinderhart hoorbaar brak
in duizend stilgezwegen stukken
die niemand lijmen mocht
nu je er niet meer bent, mijn vriend
kan ik je het wel even zeggen
het zal je niet meer lukken
mij te grijpen met je dronken armen
die steeds smeekten om aandacht
mij te vangen met zatte oren
die trokken aan mijn woorden
die steeds stuttten moesten
elke dag opnieuw
jou behoeden voor de onvermijdelijke val
ik dacht dat ik je redden kon
al moest ik mee ten onder
ik ben toen uit die kooi gevlogen
vleugels broos maar niet gebroken
je gaf jezelf bloot
maar op het einde niets meer prijs
dan strijd, de hele wereld tegen
niet in het minst de spiegel