De muur

Maanden gleden langs me heen. Deze blog vergaarde stof en verdween langzaam onderaan de stapel. Gedichten bleven ongrijpbaar, verhalen niet de moeite waard. Herinneringen aan Tibetaanse kinderen en Mongoolse zomerbergen zijn gesmolten als sneeuw voor de zon. Zonder getuigenis. Verhalen met een wiegendood.

Ik sta op ver voorbij het middaguur en vecht tegen de loomheid, de leemte. Ik vul mijn dagen met stomme pc-spelletjes en eindeloze tv-series. Het is ver voorbij middernacht wanneer ik nog even loom en leeg opnieuw onder het dons verdwijn.

Ik praat met mezelf en tegen de muur over hoe het allemaal anders zal zijn. Hoe ik overloop van plannen, intenties en verre bestemmingen. De muur grijnst wanneer ik niet verder raak dan de buurtwinkel. En de kroeg lonkt vals en fluistert lege hoop in volle glazen.

En buiten blijft het grijs en nat. Of wit en koud. Een winter zonder warmte. Waar blijft de lente? vraag ik aan de muur. Hij blijft het antwoord schuldig. Met een grijns.