verhaal

Oud nieuw

auld lang syne
We hebben het oude jaar afgesloten met – hoe kan het ook anders – een culinair feest. Jamón de pato negra vers gesneden van de bil, wortelsoep met bloedappelsien, hertefilet met gekarameliseerde worteltjes. Allemaal rijkelijk overgoten met champagne, wijn, nog meer wijn. Het vuurwerk aan de Scheldekaai. Telefoontjes naar familie dichtbij en vrienden helemaal in Egypte. En afsluiten in een heksenkroeg met een hoop gerstennat. Ik was pas om vijf uur terug onder de levenden. En dan nog. Geen goede voornemens. Niet stoppen met roken of drinken. Het eerste reisje is geboekt. Overmorgen flaneren we langs de Parijse boulevards. 2008 is ingezet.

Free rice

free rice Free Rice is een website waarop je jouw kennis van de Engelse woordenschat kan bijschaven en tegelijk een steentje kan bijdragen om de honger de wereld uit te helpen. Voor elk juist antwoord in de meerkeuzevragen koopt Free Rice 20 graankorrels. Dit geld hebben ze dankzij de reclamebanners die onderaan het scherm verschijnen. Ze werken hiervoor samen met het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties. Een goed initiatief en leuk om te doen als je een beetje een taalverslaving hebt zoals ik. Bij de opties kan je het spel zo instellen dat jouw spelniveau en graanvoorraad worden onthouden. Doen!

Op post

post

Donderdag werkte ik mijn laatste shift. Om vier uur werd de cava uit de kast gehaald en werd er getoast op mijn leven-na-de-bieb. Een paar uren, een heerlijk dineetje en ettelijke flessen wijn later wordt er sentimeel afscheid genomen van de collega’s. Het ga je goed, hou contact, we zullen je missen. Een sluimerende weemoed steekt de kop op. Wat nu? Isabel van het uitzendbureau komt ’s anderdaags al aanzetten met de oplossing. Of ik maandag kan beginnen. Dat is wel erg snel. Ik had wel een weekje vakantie gelust. Maar de plicht roept. Zonder werk en zonder uitkering kan ik het aanbod niet weigeren.

En zo stond ik vanochtend aan de receptie van een heuse zakentoren. Het kinderbijslagfonds. Manuela is mijn gids voor de dag en leert me de kneepjes van het nieuwe vak: postverwerking! Hoe envelopjes automatisch geopend worden. Hoe briefjes geordend worden. Alles netjes gescheiden: met of zonder barcode, met of zonder dossiernummer. Het is leuk om nieuwe dingen te leren. Het voelt net terug als de schoolbanken. De door routine verduurde hersencellen moeten nieuwe linken leggen, nieuwe banen trekken. Er wordt flink gepoetst in mijn stoffige brein.

En dan is het tijd om de apparaten te gaan verkennen. Een gigantische automatische postverwerker sjeest de brief langs de rolletjes, plooit deze netjes, steekt het schrijven in een envelop en frankeert de zending. En nog een machine: een stapeltje brieven wordt krachtig en met veel kaboom! in een keurslijf van touwtjes gedwongen. En dan is het pakje klaar voor de postzak. Heel leuk allemaal. Alleen een beetje veel kabaal daar in die postkamer in de kelder. Morgen oordopjes meebrengen.

Tijdens de pauze is er soep en warm eten aan spotprijzen. De kers op de taart is ongetwijfeld het uurrooster: beginnen tussen kwart voor acht en half tien. Ik kies voor optie één, dan kan ik stoppen om vier uur. En op vrijdag om drie uur. Mooi toch? De weemoed is gesmolten als sneeuw voor de zon. Die mag nog eens proberen me onderuit te halen eind december. Dan jaag ik mijn laatste brief door de frankeermachine en stuurt Isabel me hopelijk op weg naar wederom een nieuw avontuur.

Jailhouse rock

prisonBij “inworp” stel ik me altijd zoiets voor als een voetballer die vanop de zijlijn de bal terug in het spel gooit. Of een muntstukje wat je in een automaat duwt om een snoepje of verzoeknummer te verkrijgen. Afgelopen zondag leerde ik een heel andere connotatie te geven aan het woord. Wanneer men vanuit de Antwerpse St.-Rochusstraat een tennisbal over de hoge gevangenismuur gooit, spreekt men over inworp. De tennisbal belandt in een open ruimte met gras en basketbalveld, ook wel de wandeling genoemd. Wanneer de gedetineerden in dit parkje worden losgelaten, ontstaat een ware strijd om dat balletje. Dat balletje is namelijk geen gewoon tennisballetje. Het is gevuld met voor de gevangenis illegale inhoud. Dat gaat dan over GSM-laders of drugs tot zelfs mini-wapens. Wie het balletje bemachtigt kan zich verwachten aan een wraakactie van de rechtmatige (?) geadresseerde.

Ik kreeg afgelopen zondag een rondleiding door de Antwerpse gevangenis, ook wel “de Begijnenstroât”. Het doet een beetje vreemd aan allemaal. En ook wel schrijnend. Het gebouw heeft te kampen met een chronisch plaatstekort waardoor drie mannen leven in een cel die origineel voorzien was voor één persoon. Een aantal psychiatrische gevallen slijt hier zijn dagen omdat doorverwijzen naar een gepaste instelling niet mogelijk is. Het plaatsgebrek is kenmerkend voor de hele sector van internerings- en heropvoedingsinstellingen. Behalve in de vrouwenvleugel. Daar heeft men lege cellen en krijgt iedereen haar eigen cel. De vrouwen maken slechts zo’n 5% uit van de totale populatie. En dat is niet alleen in deze gevangenis het geval. In de Begijnenstraat “wonen” zo’n 630 mensen. 70% is allochtoon en de gemiddelde leeftijd bij de mannen is 25 jaar. Bij de vrouwen ligt die iets hoger. (lees verder…)

Jubilee

Vier jaar geleden vandaag stapte ik naar Keesie toe in Helmers. Ik had een peuk maar geen vuur. We raakten aan de praat. We raakten aan elkaar. Ondertussen heb ik wel een aansteker, maar zorgt hij nog steeds voor vuur. We steken elkaar aan met vonkjes pret, tedere handen om een schouder, het wulpse wiegen van een heup, lachen met een Brugse tongval. We hebben al heel wat reiskilometers onder de zolen. Terrasjes in Rome, kniediep in de bergensneeuw, wolkenkrabben in New York, Mongoolse vodkarituelen, Ijslandse nachten zonder nacht.

We gingen net eten bij de noedelbar om de hoek. Thaïse biertjes in Antwerpen, Koreaanse wok op het Zuid. Het blijft hier een dorp, soms veel te klein, maar samen beleven we een wereld zonder einde. Niet te meten in jaren. Zelfs geen vier. We gaan nog vele dingen doen, soms klein en onbelangrijk, soms groots en essentieel. We zijn wie we zijn en dat mogen we bij elkaar.

Vier jaar geleden vandaag stapte ik naar Keesie toe in Helmers. Ik zie het nog zo voor me. Zoals hij nu voor me staat: heupwiegend lachend pretvonkjes in zijn ogen. Brugge die schone…

Droombaan

bulldozer

Ik sta aan de uitleenbalie van een beetje een bizarre bib. Het is maandag en mijn allereerste werkdag op deze plek. Ik neem kaartjes aan van de leners, ga de elpees halen die ze willen, zet hier en daar een stempeltje en geef het materiaal mee naar huis. Er worden ook singletjes gevraagd. Bij de platendraaier ligt een stapeltje muziek, de keuze van het personeel. Momenteel draait iets van Prince. Ik kan niet direct op de titel komen. Plots duikt een man op met aan zijn zij een kind. Hij komt speelgoed uitlenenen. Hé, doen we dat ook? Kennelijk wel. Ik ga op zoek naar vijfentwintig doosjes houten speelgoed – een paardje, een auto, een pa en een ma. Allemaal houten stokjes en blokjes die je in elkaar kunt steken. Ik zeg nog: “Wat een mazzel heb ik toch! Vrijdag ontslagen op mijn oude job en maandag sta ik al aan de balie van een nieuwe bib.”
De wekker scheurt me uit mijn slaap. Kut, nog drie maanden te gaan. En dan werkloos. Niks droombaan.

Rugzeur

frida

De dagen van het in een bolletje rollen zijn weeral voorbij. Plots was het achterover buigen pijnlijk geworden. Ik moest vanaf dan de rug vooral hol maken. Zoals in de yoga zonnegroet. Of zoals lekker op je buik liggen lezen. Hierdoor werd het voorover buigen weer pijnlijk. Het is een beetje mysterieus.

Of bij de tussenwervelschijven is er eentje naar voren én eentje naar achteren geschoven, of één tussenwervelschijf is zodanig beweeglijk dat ie constant over- en weerschuift. Om duidelijkheid te krijgen in deze kwestie moet ik maar eens in zo’n MRI scanmachine gaan liggen.

Ondertussen word ik gekweld door een voortdurend zeurende rugpijn. Staan is niet lekker, zitten dan weer redelijk. Totdat ik terug recht moet, dan schiet er een snijdende pijn door mijn gestel. Liggen is meestal lekker, maar dat gaat niet echt op kantoor. Ik hou me nog even sterk en geef me dan volledig over aan de genade van de bank, de kussentjes en de net-niet overdosis verdovende middelen. Kan ik terug echt de zon groeten, zonder grijnzen.

(illustratie: Frida Kahlo)

L5

spineIk lig op de bank. Het doet pijn. Ik zit rechtop. Het doet pijn. Ik buig voorover. Het doet pijn. Mijn rug laat me in de steek, welbepaald de L5. Een van die werveltjes, net boven de stuit. Misschien is ie boos op me. Omdat ik bereid ben de zekerheid van een inkomen en een vaste baan op de helling te zetten. De ruggegraat van het burgerbestaan. Of misschien waren de Egyptische puttenmatras en woestijnjeeptocht er niet iets teveel aan. Ik word tenslotte al een dagje ouder.

Ging vanmiddag naar de eerste kine-sessie. Moest me helemaal in een bolletje rollen. Het deed pijn. Ik probeerde een tweede keer. Het voelde beter. Een derde, vierde, vijfde keer. Het voelde steeds beter. Ik blijf, denk ik, voortaan voor altijd in een bolletje gerold. Veilig, gekoesterd. Zelfs zonder inkomen of baan. Gewoon een bolletje.

Unplugged

Afgelopen zondag gingen we iets stichtends doen. Ik had in de plaatselijke cultuurflap een artikeltje gelezen over de luchtkunst van Paul McCarthy. En dat hij een tentoonstelling heeft in het Openluchtmuseum Middelheim. Dus wij naar “AIR BORN/AIR BORNE/AIR PRESSURE”. Lekker artistiek op zondag. Dat hoort erbij als je op het nieuwe Zuid woont natuurlijk. Dan ga je ’s zondags katerverwerkend cultureel doen. Maar voor ik er erg in had, stond ik oog in oog met de grootste opblaasdrol ooit, onthoofde varkens

piggies
-van plastic weliswaar, maar toch- en de kop van Bush. Of een Santa with plug.

santa with plug
Ik vraag aan Keesie of ze nou een zekering bedoelen met plug, maar Keesie verzekert me dat het om een butt plug gaat. En dat ik maar niet moet vragen hoe hij dat nou weeral weet. En zo hebben we het even later over barebacking. Niet dat ik vroeger wist wat het was, totdat een Gronings seksfeestje laatst uitliep op heuse HIV-terreur. Ik vond het eerder klinken als een soort paardrijstijl bij Texaanse cowboys- “Y’all fancy a round of barebackin’ fellas?”. Of een manoeuvre bij het ijshockey. Nou, de expo heeft me danig ontnuchterd, laat dat even duidelijk zijn! En ik maar denken dat we aan cultuur deden. Een schande is het!

-+

Zo simpel

confidence

Er zijn zo van die dagen dat alles als vanzelf gaat. Dat je knopen waar je al maanden op zit te kauwen gewoon doorhakt. Dat je de moeilijkste beslissingen neemt alsof je simpelweg een biertje bestelt. Klaar. Ik heb zin in zon en luieren? Ik boek een vlucht naar Egypte. Ik ben het werk beu? Ik neem ontslag. Zo simpel.

Je vraagt je af waar al dat voorafgaande malen, wikken en wegen, twijfelen en verstarren voor nodig was. Want eigenlijk weet je wat je wilt. Altijd. Het vraagt alleen dat beetje moed en zelfvertrouwen om het ook werkelijk te doen.