gedicht
De smeekbede
open je armen, Europa
ik zink, ik zink diep mijn laatste lied
onze kinderen slechts schuim op het water
flarden foto’s drijven naar niets
dan hoop op een beter later
open je hart, Europa
’s nachts met kale handen ben ik mijn dorp ontvlucht
om te botsen op fronsende forten van visums
gebalde mensen ook geweren
zouden ze weten wat ik moet ontberen
open je ogen, Europa
ik zing, ik zing, triest mijn laatste adem
in water waar eens vergeelde foto’s
en jij nu simpelweg vrijuit
’s zomers pootje baden kan
open je handen, Europa
sloop je bang en je boos
meer nog dan een vingerafdruk
ben ik mens, en hier aan jouw voeten
beland zonder land aan genadeloos
raap me op, geef me warmte
laat me voelen hoe het is, Europa
laat me hopen dat het kan
opnieuw als mens te bestaan
Dat het maar
Dat het maar snel sneeuwen gaat. Krakende stappen, schuiven met de slee, ballen gooien, handen dooien bij het vuur. Dat het maar snel bloeien gaat. Kleuren in het park, briesje in fietsharen. Eerste ommetje rond een meer. Dat het maar snel zomeren gaat. Warme zonnestralen, ijsje op de stranddijk halen, voeten koelen in het water. Dat het maar snel herfst wordt nu. En alles dor en dood. Net als jij. Zodat ik huilen kan in regen. Dat het maar zo was. Vroeger, zodat het niet meer nu.
week me los
een tandenborstel stiekemt mijn badkamer binnen
veegt wel netjes de schoenen aan de mat
dat moet gezegd
mijn deur staat op een kier, een onbewaakt moment
een sokkenpaar grijpt die kans
en baant zich een weg naar de ladenkast
tot overmaat van ramp vond ik klokslag vrijdag
in mijn brievenbus een zoenende postkaart, help
hier kan ik niet omheen, er is iets aan de hand
al wekenlang word ik belegerd door witte lelies, rode rozen
tulpenbollen en boeketten, ik heb geen verweer meer
mijn harnas vertoont reeds de eerste barsten
vertedering doet me genadeloos de das om
heeft de liefde me nu veroverd, sluw en weldoordacht
of was ze altijd in me, trouw wachtend op een dag
de dag dat ik vragen kon: beleger me met lelies,
bekogel me met zoenen
week me los, elk moment van samen
week me los van dit harnas
tot het spat in scherven van geluk
dat ik land en aarden mag in jouw zachte armen
de spiegel
nu je er niet meer bent, mijn vriend
kan ik het je wel even zeggen
ik gaf idioot teveel weg van mezelf
liet me platwalsen door onmacht
vangen in een gouden kooi
je liep met brute kracht de muren op
je lachtte rotte tanden bloot
terwijl je kinderhart hoorbaar brak
in duizend stilgezwegen stukken
die niemand lijmen mocht
nu je er niet meer bent, mijn vriend
kan ik je het wel even zeggen
het zal je niet meer lukken
mij te grijpen met je dronken armen
die steeds smeekten om aandacht
mij te vangen met zatte oren
die trokken aan mijn woorden
die steeds stuttten moesten
elke dag opnieuw
jou behoeden voor de onvermijdelijke val
ik dacht dat ik je redden kon
al moest ik mee ten onder
ik ben toen uit die kooi gevlogen
vleugels broos maar niet gebroken
je gaf jezelf bloot
maar op het einde niets meer prijs
dan strijd, de hele wereld tegen
niet in het minst de spiegel
manisch depressief
manisch depressief is
voortdurend wikken en wegen
weg te volle fles
welkom dat ene glaasje
waarop geklinkt mag het leven
zo voelen wat vreugde is
weg te dolle pret
welkom die ene dans
waarop gevierd mag de liefde
zo voelen wat niet eenzaam is
weg te diepe ravijn
welkom kijken aan de rand
waar beseft de keuze
zo voelen wat kracht is
manisch depressief is
voortdurend wikken en wegen
onsje meer van dit
pondje minder dat
steeds bovenop blijft gelukkig
die gram gezond verstand
Kuiltje
in het kuiltje in het kussen
waar jouw hoofd te rusten lag
duw ik mijn neus en snuif heel diep
of ik je lijf nog ruiken mag
warme dekens waren nest
waar jij als beer
aan winterslapen deed
ik vlei me neer
vind vacht noch zacht
’t is keihard slapen zonder jou
vandaag moet alles nieuw en in de was
en rest me niets dan
strak gestreken kussenslopen
lentebloesem wasverzachter
weg is nest en ik blijf achter
van je houden
waar jouw hoofd te rusten lag
simultaan
dokter, ik heb een idee
ze kijkt me aan met haar geleerde bril
en luistert, het hoofd getild in aandacht
ik voel me zus, ik wil het zo
strategisch stippelen we een route
niet hoe het moet, maar hoe het kan
en waar naartoe
met een hoofd dat soms vliegen wil
dan weer voeten zwaar als lood
ze luistert en glimlacht met haar geleerde bril
omdat ze weet dat ik nu stilaan weet
wat inderdaad het beste is
we smeden simultaan een plan voor onderweg
onderweg, waar ik steeds meer ken van mezelf
erken wat heeft gespeeld
herken wat opspelen kan, helaas
dokter knikt zacht, ze reikt een boei met woorden
voor als ik spartelen zou
niet nu, niet vandaag
we steken de hoofden bij elkaar
en smeden simultaan de rust
voor Dr. Libbrecht
vaderdag 77
tijd slijt stram de oude knoken
komt mei weldra bloeien, kan de zon
soms zoek in jouw vergetelheid
vaderdag vandaag, in mij
nooit anders omdat ik mag
als lente bloeien, zon zijn
in het bange hart wat kloppen moet
tot doods verdomd, zo bloed
verwant vader, het is jouw dag
vandaag en soms altijd, nu dat beetje
meer eeuwig blijf ik kind
jouw dochterziel alleen
nu wij, tweespan op weg
weren angst met lach dan stilte
lossen wat komen moet, het zal vast zijn
vader, liefst niet in mei, stel dan
de zon die schijnen moet en jij, jij zoek?
Sneeuw
sneeuw is stil
dwarrelt zacht luistert
wat ik wil het kraakt
alleen, mijn harde zolen
sneeuw is stil
fluistert ja
wat ik wil zolen
zijn een paar, oneven
wbrb (won’t be right back)
twitters blurred a birdsong
once carried by the trees
blogs and vlogs and wtf’s
flickr’d is now the morning dew
facebooks and avatars, minds in the cookie jar
all gung-ho at the hide-and-seek
once tribes and true colours
gathered among us, shared stories,cuppa tea
with eyes faced down a tired clown
withdraws from bluescreen action
battle’s done, the war is won
he grabs this chance for awakening
mankind circles are a breaking
for nought but a fleeting pledge
a pledge of I’ll love you or hate you, I’ll stalk or I’ll break you
dangling on ego’s edge
bring on souls’ rising
birdsongs and dew, families and stew
hearts and hugs and coffee mugs
‘click here’ for the taking
but be there for the making
All can be truly done
2018.02.20, Antwerp – dedicated to Charissa and Nigel